'K ben Sinterklaas niet, en zit zonder geld.
In deez' verdoemde crisis, eerst mijn baan,
Toen liep de vrouw des huizes hier vandaan,
En ben 'k ook nog door een burn-out geveld.

Zo snel, de gang van een voorname haan,
Een speler in 't maatschap'lijk schoffelveld
Tot hulplooz', zelfgekweld' pantoffelheld.
Ziehier de ondergang; ik was Brahmaan.

En steeds vereerde 'k Haar, de Poëzie,
De harmonie van alle Schone Gunsten:

In plaats van liefde, b'dreef ik prosodie,
En op 't kantoor, orakeld'ik de Kunsten.

En nu! Tant pis! Zie ik het Brandend Licht:
Begin in Al's naam nooit aan Het Gedicht.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Het kwartje is gevallen



Een vakbondsman, integer en oprecht
Geen type van de eeuwige student
Al vierde hij vakantie in een tent
Een beetje saai wellicht, maar hij was echt

Was één van ons, maar stond wel bovenaan
De laatste staatsman is nu heengegaan