De noordenwind stak op en piepte hees
een tijding die eenvoudig was te duiden:
dat hij de barre poolnacht in kwam luiden.
De sledehonden jankten zacht van vrees,
een schooltje orka's rilde onderzees
en ijlings trok de ijsbeer naar het zuiden.
Wij kropen onder stapels dierenhuiden
en kauwden op gepekeld robbenvlees.
Ik lag nog wat te kleumen en te staren,
te bidden dat ik spoedig werd gered.
Zij likte aan de pegels in mijn haren
en wreef mijn lichaam in met walvisvet.
Toen had ik schoon genoeg van dat besparen
en heb de thermostaat voluit gezet.