De zon schijnt en het is november
weer keert de warmte en zij schraagt
het hart dat steels, maar steeds ontremder
om langverloren vreugde vraagt.

En in de duinen, uitgelaten,
liep ik met mijn ogen dicht;
huiswaarts scheen er uit de straten
zongekleurd namiddaglicht.

Laat de jaren nu maar komen,
er is allengs geen onderscheid
meer tussen onuitspreekbare dromen
En wat geleefd wordt en verbeid.

Onnodig zijn de prille wegen
om te ontkomen aan de tijd;
Altijd gelukkig, altijd zegen,
Altijd dit stille hart, altijd

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Op O

opOdefmet