III Afloop
De Kroonprins groet het Vaandel. Zie hem staan,
Een frisgewassen militaire held
Met eretekens op de borst gespeld.
Oranjeliefde borrelt op, spontaan.
Ik ben decennia niet vreemdgegaan,
maar nu mijn hartje van ontroering smelt
verwijder ik mijn kleding met geweld
en druk mij vast tegen het toestel aan.
Ik roep de naam van Willem-Alexander.
Ik zucht en steun, ik zeg een kort gedicht:
‘O, houden van elkander, nooit een ander…’
Seconden later is de Daad verricht.
Daar zit de Prins-Gemaal. Een waterlander
Glijdt triest van zijn Madame Tussaud-gezicht.
(uit: Zo klinkt dus weggesmeten geld, uitgeverij Mouria)