Het trapsonnet: meer dan een woordgebaar
De dichter smeedt de zinnen aan elkaar

Hij zoekt in menig woord- en rijmbestand
Een druppel transpiratie siert de slapen
Zijn uitgeknepen brein lijkt op fondant

De weke mond proeft hoe een rijmpaar klinkt
Hier vindt de volta zijn geëerde wending
Het vers is halverwege zijn vol-ending
Een kleine traan wordt zachtjes weggepinkt

Hij schrijft hier door emoties overmand
De pen is immer nog zijn grootste wapen
Hij wikt en weegt de woorden op zijn hand

Hier toont zich de sonnettenkunstenaar
Het trapsonnet is in een omzien klaar

Rijmschema: aa bcb deed bcb aa
c en e vrouwelijk, rest mannelijk rijm, afwijken mag.
Metrum: geen voorkeur, ik schrijf zelf het liefst in jambische pentameter.
Kan op en neer worden gelezen.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Mijn broer (Schaduwvers op Papa, van dezelfde dichter)



Mijn broer die doet de hele dag geen donder
Hij toetert slechts bevelen vanuit bed

Hij vindt zichzelf apart, ja zelfs bijzonder
Hoewel geen mens dat ziet, zo’n raar sujet,
Daar komt men liever niet over de vloer

Maar hij is gek met Carmen van Bizet
En zingt dan luidkeels mee, maar hors concours
U vindt het gek dat ik hem stil bewonder
Maar al bij al, hij is vooral mijn broer

*
(Papa die speelt al jarenlang trombone
dat doet ie in een boerenblaaskapel

Oh, niets bijzonders hoor, een doodgewone
zo’n simpel blaasorkest, u kent dat wel
Op straat te zien, maar nooit op podia

Hij speelt geen Bach, geen Bruckner, geen Ravel
Geen rockmuziek, geen jazz of opera
Hij blaast gewoon zijn wondermooie tonen
Als trombonist, en enkel hoem papa)