Een rustige kerstavond met wat vrinden
Een kerstboom van een meter ongeveer
Wat lichtjes ter verhoging van de sfeer
Maar nergens was zo’n rotboompje te vinden
 
Zo reed ik rond maar vond niet wat ik zocht
Half Groningen en ook een stukje Drenthe
Stond nog wat restjes takken uit te venten
Maar bomen: nee, die waren uitverkocht
 
Één poging nog. Geluk! Ik kon wel juichen
De laatste tuinmarkt vlak voor sluitingstijd
De eigenaar moest nog één fijnspar kwijt
Nu vlug naar huis om ’t boompje op te tuigen
 
De uitkomst, tja, daar zit ik wel wat mee
Dit boompje kostte bákken CO2
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De Pruimenboom (Utrechts sonnet 14)


Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eieren zo groot.
Hevig was zijn pruimverlangen,
schoon zijn vader 't hem verbood.

Hevig was zijn pruimverlangen.
Diepe somberheid ontsproot.
Aaltje met de rode wangen
zag hem zitten in de goot.

Aaltje met de rode wangen
werd zijn redder in de nood.
Hevig was zijn pruimverlangen,
schoon zijn vader 't hem verbood.

Midden in de pruimentijd
raakte Jan zijn onschuld kwijt.


De titel en de regels 1,2 en 4 zijn van Hiëronymus van Alphen. De titel is voorzien van een tussen-n, die sinds 1995 in zwang is.