het water van de vijver, glad als ijs
weerkaatst blijmoedig weelderige wanden
van hoogbejaarde dommelende panden
de vensters geven geen geheimen prijs

het zonlicht tart dit stadse paradijs
waar mist en luwte immer samenspanden
kastanjes langs de oevers knarsetanden
hun schaduwen gehuld in stemmig grijs

de vijver geeft aan stemmen geen gehoor
hij is een wijze zwijgende getuige
lijkt lichtelijk vermoeid, doch rimpelt niet

een spiedend oog, nog scherp, dat alles ziet
volharden zal hij, voor geen wanen buigen
hij houdt de politiek een spiegel voor

(Uit de bundel Voldaan, uitgeverij Liverse)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Tilburgs sonnet .

 

Bewaar me voor de helderheid der dingen
Het schone hemd, de reidans en de zon
Twee regels waarmee Komrij ooit begon
Die zeker ook met Tilburg samenhingen

Want iemand met twee doodgewone kijkers
En met een alledaagse doorsnee neus
Herkent en ruikt van ver die kruikenzeikers

Maar om me aan een hekeldicht te wagen
Dat vind ik hier een te basale keus
En bovendien valt elders meer te klagen

De moeder aller steden in ’t onfrisse
De schuilplaats voor de allergrootste kneus
Heet zonder twijfel, slik, zucht: Spijkenisse

Zucht, Spijkenisse, bewaar me voor de hel!