tramAdam
Wikimediacommons
 
De banken bleken allemaal bezet.
Een meisje keek me aan met zachte ogen.
Het leek of er gewikt werd en gewogen.
Ze riep mij. Voor een hoopvol tête-à-tête?
 
Een lach verried mijn dwaze binnenpret.
Dat zulke mooie meiden mij nog mogen
en mij met steelse blikken zelfs ook pogen
te vangen in hun amoureuze net.
 
Edoch, m'n overmoed verdween spontaan
toen ik begreep waarom zij had geroepen.
Op deze leeftijd valt niet meer te snoepen:
ze bood een oude man haar zitplaats aan.
 
Bron: gedichten.nl 

Acht jaar geleden overleed dichter Daan de Ligt
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bij de dood van Wouter Weylandt

We zoeven allen van de berg omlaag
En op een dag (dat geldt ook voor ons allen)
Dan zullen wij al dalend pijnlijk vallen.

Dat kan al morgen zijn of zelfs vandaag.


De tijd gaat slechts in schijn soms even traag
Om daarna weer full speed vooruit te knallen,
Een blinde haast die levens kan vergallen.
Waarom? Dat is geen relevante vraag.

Geen herder die ons door het leven leidt.

Een god die ons beschermen kan, een heiland,
Is slechts wat men geloven wil, geen feit.

Er is voor ieder op dit ondermaanse eiland
Niet meer dan de hem toegemeten tijd
En die bleek plots voorbij voor Wouter Weylandt.