de waan slaat vaker toe bij eenzaamheid
haar beeld staat helder voor zijn geestesoog
hij werd slechts door een misverstand verleid
haar zangerige stem klinkt zacht en hoog
hoe graag hij sjoege gaf bij deze vrouw
helaas – het blijft een lange monoloog –
hij kan het niet! zijn keel is hees en rauw
als hij tenslotte zegt dat het hem spijt
een grote wolk drijft langzaam door het blauw
al voor hij haar ééns had is hij haar kwijt
gelukkig staat er achter nog de geit