onooglijk onderwaterleven
in zeeën zoekend naar zijn brood
de schepper vond zijn vlees te bloot
heeft hem als schulp een schelp gegeven
dat huis blijft op zijn lijf geschreven
van water zeven wordt hij groot
onooglijk onderwaterleven
in zeeën zoekend naar zijn brood
het liefst was hij verstopt gebleven
de schulp voelt als een moederschoot
maar eens gaapt hij zijn mond vol dood
zal naakt en bloot door water zweven
onooglijk onderwaterleven
Bederf & rot zijn langzaam aan ’t ontwaken en door de schoorsteen klinkt de holle roep van najaarswind terwijl de erwtensoep flink ingedikt op stoom begint te raken.
Een oude held gaat bij gebrek aan draken de strijd aan met het herfstblad op zijn stoep, een dichter zit te midden van die troep een muf product van najaarsleed te maken.
Hij zou wel over lente willen zingen maar woorden raken halverwege zoek of zijn niet uit zijn strottenhoofd te wringen,
gevangen tussen jammerklacht & vloek noteert hij de teloorgang van de dingen in teksten voor het duo Kraai & Roek.