Dag Frits, Hendrikje, John,
Met betrekking tot de eis "regel 5 is identiek aan regel 1", bedenk ik naar aanleiding van jullie opmerkingen dat een "voorschrift" wel een functie moet hebben. En als door een klankverandering toch de "geest van de vorm" overeind blijft, zou die eis dan wel wat rekkelijk kunnen worden opgevat.
Veel belangrijker zijn in de "geest van de vorm" het typische haiku-begin, de vormvastheid, het rijmschema en daarbij een sterke overeenkomst tussen regel 5 en 1 die door regel 4 wordt "gescharnierd".
Je bedenkt al spelend een vorm en kijkt of deze leuk is en een functie heeft om een bepaald humoristisch effect te bewerkstelligen. Die gooi ik dan maar eens in de groep om te kijken of het aanslaat of niet. Daarbij kan een vorm zich misschien ook wel ontwikkelen. Dat laat ik dan maar een beetje los. Daarom heb ik er bij het tweede vers van John ook geen opmerking over gemaakt.
Die klankovereenkomst zou dan op zich genoeg moeten zijn voor het effect. Wel is het zo dat in het vers van Frits de haiku-lettergreepeis niet wordt gevolgd. Dat vind ik persoonlijk een grotere inbreuk dan het spelen met eendje-eentje en rijzen-reizen.
Groeten,
Jaap