Bekend met buurten vol van lichte zeden
Betrad hij vaak het hoerenloperspad
Dan deed hij wat daar alle mannen deden
Terwijl hij toch zijn lieve vrouw aanbad
Maar gut, hij was nu eenmaal zo potent
Maar vrouwlief die hem in de smiezen had
Zat zelf in’t leven en ze liet haar vent
Hij wist van niets, maar zij heeft haar verleden
Na vele vele jaren pas bekend