Welkom,
Gasten
|
|
Verse vis
De visboer is een man van losse zeden Fileert voor u de wijting en de griet Terwijl hij zingt dat hij u 'gere ziet' Charmeert en flirt met onbenulligheden 'n Pondje schar, een vette poon, de rooie Of wat u maar aan zeefruit mag verlangen Hij vraagt om hem geen bot te laten vangen Als hij een visje uit probeert te gooien Zijn vader zegt: 'Het is een lekker jong' Ook ín de zaak gaat hij over de tong |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Bedankt door: Hendrik te Paske, Niels Blomberg, Hendrikje de Koning, Otto van Gelder, monnhauser, Bart Adjudant , René Turk
|
Hier zit ik dan, in zwart gepeins verzonken,
en leg me neer bij treurnis’ heerschappij,
want vriendschap die uitbundig werd geschonken,
leek op een dag de houdbaarheid voorbij.
Ik weet niet meer hoe onze stemmen klonken,
al liepen wij gestadig zij aan zij.
Een beeld dat, door de stroom des tijds verdronken,
mij plots weer overspoelt als bitter tij.
Ach, elke zee kent overslaande baren
en prikkend zout dat toch geen zwemmer let.
In plaats van naar dit druilerig sonnet
met uitgelopen inkt te blijven staren,
neem ik een zakdoek, koffie en pralinen.
Met chocola is het plezanter grienen.