Leuk, feedback!
Inge:
Volgens mij kan dit vers puntiger en duidelijker.
Ipv een wiskundeleraar is rekendocent beter. Wiskunde en tellen hebben niet veel met elkaar te maken. En de slotzin iets als: zo'n leraar kan immers lang tellen? Maar er is ook iets mogelijk met 'vertellen', en dan een rekennitwit oid.
Dank, ga ik mee aan de slag.
Frits:
Of is bedoeld dat de man 'schaapjes telt' maar evengoed niet in slaap kan komen. In dat geval moet echt het verkleinwoord 'schaapjes' worden gebruikt.
Klopt, dank voor de tip.
Frits:
Ik vermoed dat Hendrikje een woordgrap wil maken met vertellen/ ver tellen. Dan ontbreekt de nodige logica in de tekst.
Dat was de bedoeling. Je hebt gelijk dat er in het vers iets daarover aangekondigd moet zijn.
Frits:
Zit de 'grap' in het ver (in de getallenreeks) kunnen tellen, dan is het redengevende 'want' vreemd. Hij kan ver tellen omdat de schapen springend in een rij voorbijkomen. ??? Bovendien zou de klemtoon dan op 'ver' komen te liggen, waardoor ze zin metrisch niet klopt.
Driedubbele vraagtekens gaan me niet overtuigen, Frits

Het hele idee was juist om met "want" aan te geven dat die schapen maar blijven komen. Als hij niet zo goed in tellen was geweest, zou hij na 56 schaapjes of zo wel in slaap zijn gevallen. Dat van het metrum (geen klemtoon op ver) klopt.
Ik ben met Inges suggestie van een rekennitwit aan de gang gegaan. Zie voor de nieuwste versie hieronder, alsook bovenaan.
Dank voor het meedenken.
Ik hoop dat de weerzin regen de Limerick-vorm hoofdzakelijk wordt gevoed door het in het algemeen matige uitvoeren van de vorm en niet door de vorm zelf. Die leent zich echt wel voor leuke dingen, vind ik.
Een schrijfster afkomstig uit Wellen
Heeft heel wat met schaapjes te stellen
's Nachts springen die blij
In drommen voorbij
Ze blijft zich maar telkens vertellen
Eerste versie was:
Een wiskundeleraar uit Wellen
Had ‘s nachts met zijn schapen te stellen
Een heel lange rij
Kwam springend voorbij
Want hij kon tenslotte ver tellen