De kast en het bed en de lamp bij de stoel en de bank en het kleed en een prent in een lijst en een plant
Hij kijkt om zich heen: dit is thuis en hij wil hier niet weg; maar de buurt wordt gesloopt en dus moet hij verkassen
De wijk moet veranderen volgens de wethouder: nieuwer en jonger en groener, dat stond in de krant
Geen plek meer voor arbeiderswoninkjes; niet te verduurzamen én veel te oud om nog aan te gaan passen
Het bed en de lamp en de stoel en de bank met het kleed en de prent in de lijst en de plant naast de kast
Zijn kleren al ingepakt, net als zijn dekens en lakens, al had hij die best nog een keer mogen wassen
Dat vond ook zijn schoondochter, die hem kwam helpen met inpakken nét toen hij weer in zijn broek had geplast
Hè getver pa, zei ze en zocht naar een broek die hij aan kon, alsof hij een kind was waar zij op moest passen
Een lamp en een stoel en een bank en een kleed en een prent in een lijst en een plant en de kast en het bed:
Hij weet het nog prima, zijn kop is nog goed en zijn tanden zijn echt; dat hij hooguit wat vaker moet plassen
Komt door een vergrote prostaat, zegt de dokter; geen zorgen, al is ook zijn darmfunctie niet je-van-het
Wat zou het, dan eet hij wat minder, zijn riem kan wat strakker, ‘t is niet dat 'ie ooit nog een broek af moet passen
De stoel naast de bank en het kleed en de prent in de lijst en de plant op de kast en het bed bij de lamp
Want wat neem je mee? En vooral: wat mag weg? De servetten? Het peper-en-zoutstel? Zo'n rekje met dassen?
Een zomerse jurk van zijn vrouw - ach zijn vrouw - maar zijn droevig gepeins wordt verstoord door geronk en gestamp
De wagen staat voor en zijn zoon stapt er uit en hij zwaait wel, maar vraagt zich toch af: gaat dat allemaal passen?
De bank, dan het kleed en die prent in die lijst? Niet die plant! Eerst die kast en dat bed en de lamp en die stoel
Nee, tóch eerst de kast, dan de bank en als laatste de lamp en dat plantje; het wagentje kreunt op z'n assen
Als alles is ingepakt, sluit hij de voordeur nog één keer goed af met een donker weemoedig gevoel
En doet dan weer open: vergat hij toch bijna het gas en het tasje met bank-, bieb- en andere passen!
Het kleed en de prent in de lijst en de plant en de kast naast het bed en de lamp bij de stoel op de bank
Het hotst en het botst in de bak door elkaar; en zijn zoon heeft de rare gewoonte bij bochten te gassen
Als of ‘ie coureur is, alsof ‘ie F1 rijdt! Hij dommelt wat, mompelt nog lodderig woorden van dank
Kijkt dan naar zijn vrouw - ach zijn vrouw in die jurk - en ze scheuren per cabriolet over bochtige passen
De prent in de lijst en de plant en de kast; ook het bed en de lamp en de stoel en de bank met het kleed
Ze hebben de rit overleefd; kijk, hier is het en daar staat zijn schoondochter met de verhuispaperassen
Zo'n studio, pa, in een appartementencomplex, da's toch nét iets voor jou? vroeg dat valse secreet
Nee écht, een gevangeniscel is er ruim bij; maar och, van het bed naar de badkamer is maar drie passen
De lijst met: 1 plant (check), 1 kast (check), 1 bed (check), 1 lamp (check), 1 stoel (check), 1 bank (check), 1 kleed en die prent
(Het is een abstract schilderij van een Russische kunstenaar, feitelijk is het niet meer dan wat krassen
Een foeilelijk ding, maar zijn vrouw - ach zijn vrouw - vond het mooi en inmiddels is hij er allang aan gewend)
De lijst wordt gecheckt en correct afgevinkt en daar gaan ze; hij wil niet gaan huilen, dat vindt hij niet passen
De plant op de kast bij het bed en de lamp naast zijn stoel en de bank op het kleed en de prent in de lijst
Hij kijkt om zich heen: dit is thuis, maar hij wil hier niet zijn, in dit flatje zo tussen de dozen en tassen
Verpoot als een boom, maar hij gaat hier niet wortelen, niet in beton en linoleum, grijzer dan grijst
Hij heeft niks te kiezen, dat weet hij zelf ook wel; maar hád hij te kiezen, hij zou er met liefde voor passen
Met dank aan tegenlezer Jaap Bakker voor z'n kritische blik - én zijn instemming om het rijmwoord 'passen' (door hem gebruikt in de allereerste kwadraattripel Big Brother) te hergebruiken.