De klas van de school gaat op reis,
een tochtje om nooit te vergeten.
Ze gaan naar het speelparadijs,
een rijtje beschilderde keten.
Zo’n reis van de klas van de school
doet steeds weer de leerkrachten zweten.
De fietstocht lijkt doelloos gedool
en geen peloton als een keten.
De school wil op reis van de klas
fatsoen tijdens slapen en eten.
Toch sneuvelt er vaatwerk en glas,
en eindigt de nachtrust in keten.