Een vreemde arme snuiter die liep zoekend in de nacht Hij had zijn fluit verloren op een stille koude gracht Hij liep op kale schoenen, in een kuis versleten pak Zijn fluit was hem ontvallen door een gaatje in zijn zak
Een stadswacht vond de fluit en trok de snuiter aan zijn mouw En sprak ‘zeg vent, vermoedelijk is deze fluit van jou’