Ha Vin,
Ik heb één en ander aandachtig gelezen.
Je noemt een aantal klassieke versvoeten (je vindt ze ook besproken door
Dr. Clumper in een antieke editie, maar je gaat wel voorbij aan een aantal dingen.
Zo zijn, voor zover ik weet, de versvoeten die je noemt gebaseerd op een systeem in het Latijn dat zowel van klemtoon (arsis) als lengte van de lettergreep uitging. Je probeert deze standaard 1-op-1 over te zetten naar ons Germaanse klemtoongebruik en dat knelt.
Als het gaat om 'cesuren', dan zijn dit afkepingen tussen versvoeten. Indien je uitgaat van een uit vijf elementen bestaande versvoet (die ik eerder een dimeter zou noemen, met twéé heffingen, zoals Hendrikje ook opmerkte, niet één) voor deze zgn. 'kwintslag', kan er in elk geval geen sprake zijn van cesuren, of begrijp ik je verkeerd?
Mijn werkje is niet dactylisch, het gaat uit van de choriambe: één choriambe per regel, eventueel aangevuld met een onbeklemtoonde lettergreep en een afsluitende jambe.
Je bent bovendien bezig een grammaticale constructie te bouwen, waar je binnen vijftien syllaben drie beklemtoningen moet ('mag') realiseren. Dat is niet realistisch c.q. onmogelijk in de Nederlandse taal, mij dunkt.