Hij dacht dat hij een ringslang zag Die zocht naar hoger gras Maar toen hij weer keek was het slechts Een houtje-touwtje jas. 'Natuurlijk', sprak hij zwaar verliefd, 'Ik trouw niet in een tas.'
Hij dacht dat hij een knipmes zag Dat in een rondje zwom Maar toen hij weer keek was het slechts Een slimme clusterbom 'Dat komt goed uit', riep hij kordaat, 'Mijn metrum viel eerst om'
Hij dacht dat hij een topper zag Die van de planken viel Maar toen hij weer keek was het slechts Een leeglopend ventiel 'Gelukkig is mijn hoofd', zei hij, 'Gevuld met vers acryl.'
Hij dacht dat hij een luchtbel zag Die langs de sterren vloog Maar toen hij weer keek was het slechts Een zwarte regenboog 'Hoogst curieus', bedacht hij zich 'Mijn dak wil niet omhoog.'
Hij dacht dat hij een cirkel zag Die vierkant wilde zijn Maar toen hij weer keek was het slechts Een ijzeren gordijn 'Het is te dol', verzuchtte hij 'Doe mij maar een glas wijn'