Ik was laatst in het plaatsje Arnemuiden
U kent het van het lied en van de klok
Toen plotseling die klok begon te luiden
Zo onverwacht dat ik er haast van schrok
Wat was er loos, een schip op zee gebleven?
Leuk om weer eens een A Propos van je te lezen, Bas.
Ik heb er voor mijn vorige boek ook een paar geschreven.
Het is een versvorm die me wel aanspreekt.
Leuk, Bas!
Zo'n à propos oogt zo achteloos, maar het is nog verdraaid moeilijk om er eentje te schrijven die dat gevoel bereikt. Het is mij in ieder geval nog nooit gelukt.
Nu ik me nog eens in de vorm verdiep - met Frans Woortmeijers beschrijving voor me - lijkt het vers toch een evolutie door te maken: het rijmschema is anders, en de volta in r.5 lijkt naar r.6 te verschuiven.
Vervloekt zij Adam, die zich liet verleiden
Ten koste van zijn luie leefpatroon
En nota bene door een vrouwspersoon
De grenzen van de Heer te overschrijden
Het is door hem dat wij uit schuldbetoon
Als mannen nu tot in het eind der tijden
Ons in het zweet des aanschijns moeten wijden
Aan arbeid voor een schamel hongerloon
Als man heb ik nu lang genoeg geleden
Voor wetten die ik niet heb overtreden
Maar waar ik wel mijn boete voor moet doen
En als de Heer een heer is van fatsoen
Dan gunt hij ons een welverdiend pensioen
En laat hij ons weer in de Hof van Eden