Beste mededichters,
Bombastisch taalgebruik
Hiervan werd ik, m.n. in het begin van mijn dichterscarrière
(zo'n 15-20 jaar geleden begonnen), nog wel eens van 'beschuldigd'. Nadere bestudering van deze kwalificatie leerde me toen dat mijn initiële dichters'vonk'
per ongeluk ernstig besmet bleek met de taligheid van de oude meesters in het Nederlandse dichterslandschap. Het heeft me de nodige worstelingen wel gekost om het ook weer uit me geramd te krijgen, haha.
Vriendelijke eufemismen ervoor heb ik in de loop der jaren natuurlijk ook leren kennen (en in mijn dichtkritiek ook zelf vaak genoeg gebezigd), zoals: creatief, hyperbolair, breedsprakig, barok, gewichtig, lyrisch, wijdlopig, en de meest (verholen) venijnige: 'hoe interessant'.
Hoe zien (hebben ervaren?) andere dichters dat?
Beste groet, Don
P.S.: Deze discussie-uitnodiging m.n. ook aan Hans Mooi, de meester van de mini-maxi.
www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02050.php