Wanneer ik ooit ten hemel of ter helle genood word en voorgoed de tijd uit raak rest mij goddank nog één postume taak: ik mag de dode weefsels en de cellen
tot nut van ’t algemeen beschikbaar stellen, in al mijn kilo’s netto aan de haak ligt meer genot voor de consumptie braak dan zelfs de haute cuisine u kan voorspellen.
Dus laat mijn lever in wat whisky wellen of smoor de tong, voorheen wat scherp van spraak en laat die door de exclusieve smaak van licht gebakken niertjes vergezellen.
Het schraal restant van knoken en van vellen doet het verrassend goed in frikadellen.