Een mooie oogst, negen inzendingen. Dank allemaal.
Een aal biedt volop gelegenheid voor woordspelingen. Kees Stip zelf heeft er dus al diverse gebruikt. Dank Jaap en Ben voor het delen, zelf was ik al bekend met drie van deze gedichten die in Het Grote Beestenfeest staan.
Hendrikje, Bart en Wim’s 1e vers borduren erop voort, maar dat maakt ze niet minder leuk. Origineel is de aalbes van Niels. De anale variant van Niek is enigszins cryptisch, jammer dat het metrum niet overal lekker loopt. Dit treft ook het onstuimige vers van (Vlaamse?) Paul. De paling van Judy glijdt beter. Het medicinale van Ben gaat een beetje in de richting van mijn eigen vers, waarin ook de gladheid van Wim's 2e vers resoneert.
Opvalt verder dat Wim en Bart een vrouwelijke aal voor ogen hebben, de rest een mannelijke.
Een lastige keuze voor de jury, alles afwegende verklaar ik Wim’s 2e vers met een onberispelijk metrum en originele clue tot winnaar.
Mijn eigen ‘aal’ stond in de steigers voor ‘Emmen’, ik had de pointe al bedacht maar broedde nog op de laatste twee regels. Die heb ik bij gelegenheid van dit afbakvers afgemaakt.
Een aal afkomstig uit Neerijnen
Begon een studie medicijnen
Hij stond bekend als brekebeen
Maar glibberde er toch doorheen
En mag zich dus als arts bekwamen
Gezien zijn dokter aal examen