En nooit is ’t stil…!
Je ziet geen weg, geen spoor, geen huis,
Maar nooit is ’t stil.
Natuur loopt uit, de bloesem pril,
Maar altijd dat verkeersgedruis;
De koekoek klinkt als een abuis.
Want nooit is ’t stil.
Hier kan ik me goed in vinden! Jaren geleden constateerde de Friese schrijver Rink van der Velde dat het rond twee uur ’s nachts tussen de veenplassen in de Friese Wouden nog wel eens een tijdje stil kan zijn...Het is een plaag, een kwelling, je kunt de meeste andere zegeningen van de beschaving ontvluchten, maar geluidshinder niet. Lichtvervuiling en sterren die misschien satellieten of vliegtuigen zijn trouwens ook niet.
Er moet een spatie bij is ‘t.
Stil hangt het duister in het Friese veen
En eindelijk ben ik een keer alleen
Ik hoor slechts - en dan ook nog uiterst zachtjes -
Het tikje op mijn schouder en versteen
Vanouds bestaat de zot in narrenpak, Die zorgt voor zang en dans, jolijt, satire, En om zijn ongenoegen bot te vieren, Neemt hij de vorst eens lekker op de hak.
Ben je het onderwerp? Wees niet ontstemd, Want dan sta je wel twee keer in je hemd.