Geluk is voor de werkers en de dommen Maar ach, wat zegt geluk in dit klimaat Een huis dat meters onder water staat Een baas die eist dat jij je rug blijft krommen
Geef mij een feeks, het kan me echt niet bommen Die mij zelfs bij het dichten niet verlaat Die ontevreden is en non-stop praat Als ik haar eens een dag niet heb beklommen
Alles is veel voor wie niet veel begeert Het land als vader blijft zijn rol verzaken Tot die zich aandient in persoon van Hein
Dat heb ik na een dag geconcludeerd Bescheten, op een stinkend onderlaken Domweg gelukkig: het kon erger zijn=