Dag Hans,
Uiteraard bepaalt de dichter hoe zijn/haar gedicht eruit ziet. Geen punt. Je argument om op drie plaatsen metrisch af te wijken, ging hier echter niet helemaal op. Zo'n afwijking is toegestaan, vaak zelfs wenselijk om een 'dreun' in de maat op te lossen, en dan op een plek in het vers met een extra attentiewaarde. In dit vers van 6 regels kun je moeilijk van een hinderlijk dreun spreken. Maar het blijft jouw vers en daarom is het goed dat je tenminste de eerste antimetrie hebt opgelost. De tweede wordt, zoals Jaap al opmerkt, deels teniet gedaan door de onbeklemtoonde laatste lettergreep in de vorige regel. Deze antimetrie is inderdaad veel minder storend. Dat geldt wat mij betreft niet voor de derde maatafwijking in de voorlaatste regel waar de klemtoon van misschien op de tweede lettergreep valt.
c.a.
Frits