Een trage vleeskalkoen uit Han,
die absoluut niet kiezen kan,
dubt sinds het sinterklaasfeest al
wat zij met kerstmis koken zal.
De boer, toeschietelijk van aard,
heeft haar de keuzestress bespaard.
’t Is tijd om bij de dominee de tuin wat op te schonen Zo dacht het schaap Veronica; de herfst is in het land De groenten zijn geoogst, de rode bieten en de bonen En ook de hele preivoorraad ligt geurend in de mand
Dus toog ze nijver aan het werk met schoffel en met scharen En harkte al het blad tezamen op een fikse hoop De dominee sprak schuldbewust met brede armgebaren Ik kan helaas niet helpen, schaap, we hebben straks een doop
Vooruit maar sprak Veronica: ‘k heb verder niets om handen En werk hier in het zweet des aanschijns tot het derde uur Die takkenboel en bladafval kan ik vast weg gaan branden Met olie, krant en lucifers ontstond een stevig vuur
Het knapperde gezellig en het loof begon te gloeien De wind stak op en plotsklaps liep het vuurtje uit de hand Een rookpluim steeg zes meter hoog, je zag de vlammen groeien Veronica schrok flink en gilde: Help toch mensen, BRAND!
Die kreet klonk onverwacht; men was de Here aan het loven De dominee, de koster, heel het kerkvolk schrok zich lens Het doopvont kwam ter plaatse om de vlammenzee te doven Ach gut, riepen de dames Groen, de braam staat in de hens
Wat jammer nou, sprak dominee met rokerige stem We halen bij de super wel een potje bramensjem