De ochtenden beginnen met papier waarop het laatste nieuws weer is te lezen (geen houdbaarheid kan zo kortstondig wezen) dus heerst kolommen lang de stilte hier.
Ik zwijg graag urenlang voor mijn plezier en ledigheid dient alom hooggeprezen, toch hecht ik aan de omgangsvorm in dezen: men leest geen krant in ’t bijzijn van een dier.
Ik ben gelukkig niet als hond geboren, het noodlot viel me goddank niet te beurt om blaffend bij een meute te behoren
ofschoon het mijnerzijds wel wordt betreurd dat ik nooit mijn beheersing heb verloren: wat had ik graag zo’n krant een keer verscheurd.