Beste mensen,
De oplossingen druppelen steeds langzamer binnen, dus wellicht is het tijd om af te ronden. Ik kreeg de volgende aanvullingen binnen:
De tegenstander was daarmee niet blij.
1. En schoof het dambord resoluut opzij
2. Ik ook niet, want mijn clou bleek niet van mij.
3. uit ‘t veld geslagen in een matpartij.
4. Had amper zijn pionnen op een rij
5. Maar zag ineens: de zege was bedriegerij!
6. Te zwart, zo komt er nooit een vinkje bij
7. Beveiliging greep in bij de stampei
8. Hartverscheurend was zijn zacht geschrei
9. En haalde er een mattenklopper bij
10. Vervelend, zo'n eenzijdige partij
11. En schoof op in zijn simultaanpartij
12. Zeg Magnus nog één potje tegen mij?
13. En stelde voor nog één revanchepartij.
14. Maar Paard C6-D1 bracht hem langszij.
15. Zijn koning sloeg het paard en hij was vrij
16. Zijn dame kwam te hulp en hij was vrij
17. Zijn koning deed gewoon een stap opzij
Er zitten bijzondere, verrassende en leuke slotregels tussen. Ik heb me ondertussen afgevraagd wat een slotregel tot een goede clou of ponte maakt. Tot nu toe dacht ik daar niet zo diep over na en "deed ik maar wat".
Ik kom tot de volgende criteria (en daar zal vast nog wel iets aan te vullen zijn):
- het moet humoristisch zijn, bijvoorbeeld in de zin van een humoristische situatie verbeelden of in de zin van een taalgrap
- het moet verrassend zijn, de lezer opeens op een ander been zetten
- maar misschien ook weer niet zo verrassend in die zin dat de slotregel rekening houdt met zoveel mogelijk elementen die in het voorafgaande aan de orde zijn gekomen.
Op dat laatste doelt monnhauser met zijn regel 10. Eerlijk gezegd had het element "links" niet die betekenis voor mij die het bij monnhauser oproept. Ik wilde gewoon een levendige strijd schetsen en "links" paste rijmtechnisch beter dan "rechts". Maar, zoals ik al eerder zei, ik vind de insteek heel verrassend. De insteek van Wim in 2 en 3 vind ik ook verrassend. Hoewel 2 buiten de context van mijn verhaal over de ontdekking dat ik de grap naderhand elders tegenkwam, niet te begrijpen is. En 3 sluit goed aan op mijn slotregel, evenals overigens de mattenklopper van John. Ik vind ze heel leuk. Dat slaat een brug naar datgene waar ik oorspronkelijk mee kwam:
De tegenstander was daarmee niet blij:
gescheld, geschop, dat werd een matpartij.
Ik ben overigens blij dat ik zelf ook nog eens ging nadenken, want ik vind mijn eigen slotregel 14 eigenlijk veel beter dan mijn oorspronkelijke, omdat het veel verrassender is en de lezer echt even tot nadenken stemt over wat er precies gebeurt.
Maar ook hulde voor alle niet genoemde slotregels, er zaten hele leuke bij die voor mij als een verrassing kwamen.
Ik denk dat we ook wel kunnen stellen dat dit voor herhaling vatbaar is. Mag ik daarom Wim uitnodigen om hieraan een vervolg te geven? Dit omdat hij de eerste was die met een soortgelijke woordspeling op de proppen kwam en ook omdat hij vast nog wel een voorraadje snelsonnetten heeft waaruit hij een keuze kan maken voor een vervolg.
Maar als het niet lukt Wim, dan probeer ik er nog wel eentje.
Groeten,
Jaap