(vrij naar Kavafis)
De reis gaat beginnen naar Ithaca’s stranden Bezie je weg vrolijk en wens hem zeer lang Je hebt niets te vrezen, je wordt toch niet bang? ’t Is meer dan genieten van kleurrijke landen. Bespaar je de angst , - want dat is echt een schande – Voor duivels, demonen, ’t getal van het beest Die zijn hier te nimmer aanwezig geweest Je neemt immers lot en je leven in handen? Ja, wens dat je weg lang en vrolijk mag zijn De zon te zien stralen, exotische kusten, Leg aan in de havens, vier bot er je lusten En koop er geschenken heel kostbaar of klein Koop kralen van barnsteen, een kruik ambrozijn Verplaats je daarna naar Egyptische steden En leer van hun wijzen, van toen en van heden En zet je des avonds tevree aan de wijn Maar Ithaca, houd het wel steeds in gedachten Het eens te bereiken blijft nochtans je doel Geen haast echter, geef altijd toe aan gevoel Blijf tot je bejaard bent heel rustig toch wachten. Je reis gaf je steeds weer opnieuw verse krachten En Itaca lag aan de basis hiervan Je raakte al reizend steeds meer in de ban Dus over geluk heb je zeker geen klachten Al is het wat pover, het land treft geen schuld Want Ithaca is voor jou niet meer verhuld |