Intro

Mijn spot klonk aan de tapkast onverholen
‘Vierdaagse lopen, jongens, stelt niks voor’
Riep ik, ‘verstand op nul en loop maar door
Op weg naar suffe roem en gladiolen!’


Ik moest het met de weddenschap bekopen
Dat ik de voettocht dit jaar uit zou lopen

Dag 1

 

Het weer is tropisch laf, het asfalt smelt
Eczeem en schimmels teisteren mijn voeten
Ik zal om mijn prestige verder moeten
Terwijl mijn plastic rugzak schroeit en knelt 

De jongens staan al bij de finish klaar
En roepen fijntjes: ‘Nog drie dagen maar!’

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bij het overlijden van Gerrit Kouwenaar



Geen huivering voor blijken van ontroering
de witste kamer heeft niet veel te janken
om ogen wasgoed dat om zeep geholpen is

De laatste klinkers vallen kleine schilfers ijs
Er is nog iemand wil iets zeggen, weinig zintuig
heeft hier woorden voor, laat liggen, niet te rapen

stilte stuitert voor wie wachten, spat uiteen
in krachtig suizen, zachte tikken, zoemend sluiten,
langzaam knikken, even zien dat het niet klopt

In falend licht wordt vlees ontmand
blijft slechts de rest deels ongehoord
en wacht