Mijn lijf is koortsig, mijn gedachten malen Een stem befluistert mij met vals advies Een breuk verlamt acuut mijn linkerlies Ik strompel verder, wil het einde halen
De jongens wenken me vanaf de tap En proosten spottend op mijn weddenschap
Soms kom ik hele hordes letters tegen die zich naar alle kanten toe bewegen. Ik maan ze dan één richting uit te gaan; het liefst tot een gedicht aaneengeregen