Ze ging nog naar de slager even
Dat even werd haar hele leven
Mijn liefde had ze niet meer nodig
Mijn God, wat was ik overbodig
Ook werd ik door een hond gebeten
Mijn linkeroor eraf gereten
Ineens lag mijn bestaan aan barrels
En ik zocht troost bij losse scharrels
Begon van lieverlee te zwerven
En hoopte dat ik snel zou sterven
Want ik was reddeloos verloren
Ik ben niet voor de straat geboren
Totaal vervuild werd ik gevonden
Vol zweren en ontstoken wonden
Wat mij daarna is overkomen
Gebeurt niet eens in stoute dromen
Ik kreeg al wat ik maar kon wensen
Verzorging, aandacht, lieve mensen
Een happy end dus, zo bijzonder
Er komt een podcast van het wonder
De titel is zo klaar als water:
De blues van een verlaten kater