Zijn hart gaat uit naar ronkende motoren. Hij laat ze aan de wijde omtrek horen, het liefste in een zoele zomernacht.
Het optimale koppel is zijn streven.
Hij kan genieten van de pure kracht. Dan schiet hij op zijn achterwiel naar voren. Zo’n actie kan niet iedereen bekoren: zijn liefje vindt het dom en ondoordacht.
Het optimale koppel is haar streven.
Dat zij op macho’s valt is een gegeven, op ruwe bolsters met een blanke pit, maar zij verlangt ook diepgang in het leven. Dit motorbeest heeft zij al afgeschreven: het is een lege huls waar lucht in zit.
Voor het vijftiende jaar op rij is hier het pi-sonnet van Niels Blomberg op pi-dag
Marjolein Faber is minister van Asiel en Migratie. Faber is een Latijnse beroepsnaam voor smid of timmerman. Een Latijns gezegde luidt: Nomen est omen, de naam is een teken.
De lak was verweerd door de regen en wind Maar hoogte is niet waar ik vrolijkheid vind Ben één keer zowat van een steiger gepleurd
Ik zocht naar een schilder, heb weken gespeurd De aannemers werden door angsten verblind Geen klusjesman die aan zo'n hoogte begint Hun stront door een RAL-tint of zeven verkleurd
Mijn vrouw bleef mij dwingen, heeft maanden gezeurd Ik zei dat ik bang was, zij ging door het lint ´Ben jíj nou een kerel, je lijkt wel een kind!´ Ik klom op de ladder door doodsangst verscheurd
Ik kreeg een idee en dat heeft mij gered Heb alles gewoon in de grondverf gezet
'Kijk daar nou die schatjes de bar binnen zweven' Ik draaide me om, ze had niet overdreven Een laagje thermiek op de vloer leek het wel
Hij zei: 'ik doe Rechten', zij zei: 'oh vertel!' Zo raakten hun werelden langzaam verweven Ze werden magneten, ze bleven maar kleven Wat keken ze gretig, wat straalden ze fel
Wij voelden de vonken, we volgden het spel Het stond op de deuren en ramen geschreven: Dit afspraakje duurt nog de rest van hun leven En iedereen wist het, behalve dat stel
Zij staarden slechts, stamelden, alles vergetend Een jongen, een meisje, zo heerlijk onwetend
Een kleermaker (haute couturier) rapporteert: 'Een goed ogend maatpak is altijd een pré De stijlvolle heer die die stelregel eert En elke persoonlijke aanval pareert Laat mannen verbleken in prêt-à-porter'
slaap, eet en drink. Ik denk niet veel en als ik denk, denk ik aan niets.
Gebroken dromen worden heel; het eiland wekt het kind in mij. De wind verleidt en streelt. Ik speel!
De wolken dartelen voorbij. Ik kus de herfst en voel me vrij.
Steven van der Burg: "Dit rijmpie zond ik naar een verhalenwedstrijd van het Texelfonds. Hoewel het niet echt een verhaal is (en het woord Texel er niet in voorkomt), werd ik als een van de zes genomineerden toch uitgenodigd het te komen voorlezen op de verhalenmiddag in de bioscoop van Den Burg. Niet gewonnen. De PC Hooftprijs trouwens ook niet."
Ik raak steeds meer aan Oostenrijk gehecht Ik dans de wals en doe aan wintersporten Ik drink veel schnaps en eet hier sachertorte Die lederhosen staan mij ook niet slecht
En na dat ongelukje bij het rodelen Bleek ik ineens verrassend goed te jodelen
De koffiebonen zijn verbazend schaars op het moment Vervelend als je, net als ik, verslaafd aan koffie bent Ik zocht en zocht maar nergens bleek een voorraadje te zijn Bij Jumbo niet, bij Ekoplaza, Spar noch Albert Heijn Ten slotte heb ik mij er moedeloos bij neergelegd Zo kwam ik als vanzelf weer bij de slijterij terecht