Het land doorweekt, de luchten grijs
en menig mens terneergeslagen.
Seizoen van storm en zilte vlagen
van brakke dijken, meeuwgekrijs.

De holle zee, verstoven duinen.
Berooide grond aan lager wal
waar bomen kreunen in verval,
met koude basten, kale kruinen.

Toch hoor je naast de straffe wind
nog vrij van droeve najaarsblues
de klare lach van ‘t blije kind.

En op de beemd -in winterslaap-
verheft zich tussen herfstgebroes
het boud geblaat, van ’t Tessels schaap.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

VariJantje

pruimtabak
Wikimedia Commons
 
Jantje zag eens mannen pruimen,
kauwen op een pluk tabak,
om vervolgens die te fluimen
als een afgedankte kwak.
 
Kwispedoren in zo’n kamer
zijn beslist de schoonste niet.
Jantje sprak: 'Veel aangenamer
is een trekje nederwiet.'