Oei, oma’s tere lijfje is gebroken
En zal als een geknakte bloem vergaan
Oei, oma’s tere lijfje is gebroken
Ze was gevallen toen ze pap ging koken
En ach, het was gelijk met haar gedaan
Die oude botjes laten zich wel kroken
Ik heb zojuist de dokter aangesproken
Geen dienst, zei hij en liep door, langs de paên
Ik kon de kinkel wel naar binnen slaan
Maar ik heb haar gelukkig niet gewroken
Een auto trof die arrogante haan
De hoogmoed was niet tijdig weggedoken
En zal als een geknakte bloem vergaan



(Bout rimé op “Uchtend” van Niels Blomberg)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Utrechts sonnet

vogels
© CreativeCommons
 
 
Het najaar valt en wolken drommen samen
De vogels trekken naar het zuiden toe
Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
En hoe de tijd vervloog, het maakt me moe
 
Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
Vanuit het niets, ineens, geen mens wist hoe
Ze floten en ze krasten onze namen
En riepen op tot moord en amour fou
 
Ze floten en ze krasten onze namen
Het werd een drama en een hoop gedoe
Ik weet nog dat ze in de lente kwamen
En hoe de tijd vervloog, het maakt me moe
 
Gelukkig is er kaas en rode port
Ik eet en drink en zie wel wat het wordt.
 
 
Redacteur Jeroen van den Heuvel van de literaire website ooteoote.nl besprak dit sonnet uit onze jubileumbundel Er is light. (Dank, Jeroen!) Zijn bespreking is hier te lezen.