De zelfbenoemde poëzie-elite
Vond hem als dichter maar van laag allooi
Zijn rijmkunst, in haar ogen, was geklooi
Waarop zij van haar toren uit kon schieten.

Ik denk niet dat het hem echt kon verdrieten
Dat men hem in die toren zag als prooi.
Hij deed naar die eliteplek geen gooi
En ging er ook het liefst niet op visite.

Hij kon van strakke vormen juist genieten
En wilde zijn gedachten in de plooi
Van sonnettettes en sonnetten gieten

Ik houd voor hem een welgemeend pleidooi
Want hij behoorde tot mijn favorieten.
Ik vind zijn verzen ‘Onverwoestbaar mooi’.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Idioom van geluk



MAGIE VAN POËZIE (
Met dank aan Neeltje Maria Min)

Net twintig. Ach, ik voelde me heel wat
en las Voor wie ik liefheb wil ik heten,
een bundel die ik nimmer ben vergeten;
de eerste was het die ik zelf bezat.

Mins verzen koesterde ik als een schat,
ze klonken als geheime hartenkreten
die magisch glansden van een dieper weten.
Ik was nog haast een onbeschreven blad.

Sinds die tijd las ik stapels poëzie
en vroeg me af: zijn er geheime bronnen,
hoe puur is het, dat dichterlijk vermogen?

De waarheid, weet ik nu, dat is magie:
al hebben dichters elke zin verzonnen,
er is geen woord geen letter van gelogen –

 

Dit gedicht van Inge plaatsen we om  haar nieuwe bundel Idioom van geluk te vieren, die gisteren gepresenteerd werd.
In deze bundel, voornamelijk gevuld met vrije verzen, leer je een andere kant van haar dichttalent kennen.
Het vrije vers feliciteert Inge van harte met dit nieuwe werk in het besef dat veel van onze lezers ook van andersoortige poëzie houden.