Zijn hoge stem, zijn baard, zijn lange haren
De zanger, ooit van Afrodites kind
Werd door een trouwe schare fans bemind
En raakte met zijn liedjes vele snaren

Ook ik werd destijds in mijn jonge jaren
Geraakt door Demis en zijn vriend de wind
En dacht een man die deze tekst verzint
En zo mooi zingt die zal het lot wel sparen

Ik was helaas naïef, ook deze Griek
Werd door het spook dat kanker heet besprongen
En, veel te jong nog, ongeneeslijk ziek

'Forever' heeft hij jarenlang gezongen
'And ever' zong hij daar dan achteraan
Maar wist natuurlijk: eeuwig zal niet gaan

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Gott mit Uns!

De EO roept maar steeds dat bidden werkt
En komt dan juichend met geheelden aan
Maar dat bewijs is uitermate pover

Jomanda, hindoepriester en sjamaan
Die komen met hun heidense getover
Oók met een wonderbaarlijk resultaat

Als bidden werkt dan staat daar tegenover
Dat griep met heidendom óók overgaat
Het maakt geen bliksem uit of je vroom kerkt

Zo’n smeekgebed haalt dus geen donder uit
God luistert pas als je je gal eens spuit  




Tot het bezoek aan Indonesië van Juul en Benno (ook bekend als Victor Baarn) was de enige Oranje die wel eens overzee geweest was, graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, die het van 1636 tot 1644 als gouverneur in onze kolonie Brazilië (vlak daarvoor, in 1630, op de Portugezen veroverd) ook nog eens uitstekend deed. Hij wordt daar nog met eerbied herdacht.‘Maurits de Braziliaan’ voerde bestuurlijke vernieuwingen in, breidde de suikerteelt uit en bracht de cultuur tot bloei, toegejuicht door Nederlandse ‘vrijlieden’, Portugese kolonisten en de oorspronkelijke indiaanse bevolking.
Toen hij vertrok liet hij een bloeiende en welvarende streek achter.
De Portugezen, aan wie dit alles ontstolen was, waren uitermate verbitterd en ene pater Antonio Vieira richtte zich in de kathedraal van Babia rechtstreeks tot God met de woorden: ‘Als het Uw wil was deze landen aan de Nederlandse piraten te geven, waarom deed u het niet toen ze nog wild en onontgonnen waren, in plaats van nu? (…)Maar aangezien u, o Heer, het zo gewild heeft, doe zoals U goeddunkt. Geef Brazilië aan de Nederlanders, geef hun alle bezittingen die we nog hebben en plaats de wereld in hun handen! En wat ons, Portugezen en Spanjaarden betreft, laat ons maar aan ons lot over, verstoot ons, vernietig ons, maak een eind aan ons. Maar ik kan niet nalaten U Majesteit, o Heer, te waarschuwen dat er een dag kan komen dat U deze zelfde mensen die U nu veracht en verwerpt nodig zult hebben, maar dan zullen ze er niet meer voor U zijn!’Datzelfde jaar brak een opstand uit tegen de Nederlanders en nog geen tien jaar later was de kolonie weer Portugees bezit.

(Uit: De Canon van Nederland, uitgeverij Liverse)