Het sneeuwde, er viel hagel, koude regen
En tussendoor scheen af en toe de zon
De weergod kende nauwelijks pardon
Voor renners fietsend over Waalse wegen

Ze klommen, daalden, hadden vaak wind tegen
Dus steeds vermoeider werd het peloton
Al koersend richting Luik, het eindstation
Waar 'onze' Woutje sprintte naar de zege

We stonden met een groep op de Redoute
En zagen in de hagel hem passeren
Hij reed alert, we zeiden: "Wout is goed"

Maar dat hij echt in Luik zou triomferen
Had niemand van ons negental vermoed
En bracht ons stuk voor stuk in hoger sferen

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dooie mieren



Zo ijverig en rap
Maar in mijn appelsap
Zijn die twee mooie mieren
Niets meer dan dooie dieren