julesdeelder
Foto Wikimedia Commons
 
Hij was de burgemeester van de nacht
Van Rotterdam, de stad waar hij graag woonde
Waarvan hij in gedichten steeds weer toonde
De schoonheid en de tegendraadse kracht
 
Daarbij was zwart zijn favoriete dracht
Alsof hij elke dag zichzelf zo kloonde
En onberispelijk gekleed zich kroonde 
Tot fenomeen, uniek en hooggeacht 
 
Hij hield van jazz, van Sparta en van speed
Heeft proza en veel poëzie geschreven
En zong met rauwe stem soms zelfs een lied
 
Hij leidde eigenwijs zijn eigen leven
Maar angstig voor het einde was hij niet
Hij wist dat doodgaan helder licht zou geven 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Warme bakker





Ik ben een soort van warme bakker
Maar niet van wit- of tarwebrood,
Van krakeling of bokkenpoot.
Geen graan gebruik ik van de akker.

Wel blijf ik om te bakken wakker
En ook mijn hoofd wordt wit of rood.
Mijn inspanning is net zo groot,
Mijn schema, denk ik, nog wat strakker.

Ik bak geen koek of appelbol
Gevuld met hele goudrenetten.
Geen buik raakt van mijn baksels vol.

Ik hoef geen oven aan te zetten.
Ik stop geen krenten in een stol
Maar wel emoties in sonnetten.