Hoe slapeloos zijn vaak mijn nachten
Mijn droefenis is zonder naam
Soms zit ik urenlang te wachten
Verwelkend bij een open raam

De dingen die mij eens bekoorden
Zijn saai of hebben afgedaan
Ik tuur de einder af naar oorden
Beglinsterd door de volle maan

Waar druïden maretakken snijden
Met gouden sikkels in een eik
Of waar sirenen eenhoorns weiden
In Niemandsland en Nergensdijk

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Oma Geijsel

Mijn oma was een zachte, lieve vrouw
en ooit beroemd als operazangeres.
Maar toen ik klein was, gaf ze noch slechts les
en opa schuinsmarcheerde, was niet trouw.
 
Hun kindertal van zes liet hem blauw-blauw
want meestal zat hij bij een minnares,
verwekte er twee zoons in het proces:
Octavio, Masetto (’t luistert nauw).
 
Mijn oma zong nooit, zelfs geen lullaby.
Wel kon ze gek doen en ze imiteerde
met scheve ogen Madame Butterfly.
 
Haar kast vol geuren en geheimen, van die
relieken van toen oma glorieerde:
concertjurken, corsages van organdie.