Als schemerlicht het raam verduistert 
hef ik het glas en weet mij even 
door zoete eenzaamheid omgeven 
terwijl mijn stem je naam weer fluistert.
 
De maan werpt kilte door het glas;
Ik pook de haard op en de vonken
verstuiven tot zij, weer verzonken
versmelten in de rode as.

En al de jaren die vergleden,
de levens en de lijdensduur;
zij vallen samen in het vuur
als was het een moment geleden.

(Uit: De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, )

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Mazzelaar

vacuumcleanerkl
WikimediaCommons
 
Als huisman van drie stinkend rijke zussen
Met wie ik bed en tafel kwistig deel
Doe ik conform een wurgdeal alle klussen
Waardoor ik, zacht gezegd, me nooit verveel
 
Met poetswerk maak ik lange overuren
Het was- en linnengoed kost bergen tijd
De stroomvoorziening toont voortdurend kuren
En in de keuken ben ik uren kwijt
 
De parktuin vraagt een aandacht ... om te huilen
En winkelen is haast een halve baan
En mannen die graag met me zouden ruilen
Zien slechts de vrouwen, niet mijn slaafs bestaan
 
Als ik toch van dit duivelspact eens af was,
Bedacht ik gister bij de laatste afwas