POTDOMME, zei de dominee. We kunnen niet naar buiten…
We zijn volledig ingesneeuwd, van hier tot aan de heg.
Tompoezen of een mokkapunt, daar kunnen we naar fluiten:
wie heden naar de bakker wil, zakt tot z’n middel weg.

Veronica zei sip: Maar ik wou sneeuwballen gaan gooien,
ik wou een sneeuwpop maken met vier voeten en een staart!
De dominee sprak omineus: Tenzij het gauw gaat dooien
wacht ons een Wisse Hongerdood en eet u nooit meer taart.

Daar zaten ze mistroostig uit het serreraam te staren.
’t Leek buiten Nova Zembla wel, zo ijselijk en guur.
De dominee die telde bitter zuchtend zijn sigaren –
toen doken er twee beren op, ter hoogte van de schuur.

De dominee riep: Sodeju, ik ga hallucineren!
Aan mij verschijnen beren in een Hongervisioen.
Het is geen sivioen, zei ’t schaap. En het zijn ook geen beren.
Ze dragen wanten en een muts – het zijn de dames Groen.

Waratje, zei de dominee, ze roetsjen naar beneden
in grote dikke bontjassen, kloekmoedig op de ski!
En als mijn oog me niet bedriegt, dan trekken ze een slede
vol brandewijn en bitterkoekjes, bolknakken en brie.

Ze takelden de proviand naar binnen langs ’t balkon.
Ziezo, zeiden de dames Groen. En nu een ijsbonbon.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Guichelheil en guldenroede (Herfstgezang in B-mineur)

 
Het eerste rille bijsterbesje
pronkt al langs mijn levenspad
In mijn gagel, geel van kevers,
ritselt reeds een avondblad.
 
Soms hoor ik ook al sprundeltorren
strompelen door de foeksiaan
en tussen gierst en guichelheiltjes
dolle kervelhoeven slaan.
 
Voorbij alweer, bedenk ik triestig,
alweer een anno dominee,
en vraag mij af, geruld en kniestig:
ben ik nog verguld op snee?
 
Of zal ik nu de nek maar buigen,
de trotse nek voor ’t Ouwe zeer
en van Jehova gaan getuigen
vol halleluja, looft den Heer?
 
Maar dan klinkt vol krassig kraken
het kraaienmarslied uit het zwerk:
‘Als hoer en dief op leeftijd raken
ziet men ze vóóraan in de kerk.
 
Dies drentel ik maar blatend verder
in ’t vage voetspoor van de Dood:
De Heer is lekker toch mijn herder
en ik een mal- maar geen zeloot!
 
Vandaag, 19 jaar geleden, overleed John O'Mill (Johan van der Meulen) 
Uit: Light Verse in Dutch & Double Dutch,  Nigh & Van Dittmar 2012.