Zaltbommel voorheen en thans

 
Heb ik bij Bommel echt een brug gezien?
Opeens zag ik een brug. En aan weerszijden
geen pont, die je gewoonlijk daar ziet glijden
als je aan ’t sturen bent. Een tel of tien
dat ik zo stond, aan dek, aan ’t roer geklonken,
mijn koffie koud al in de tussentijd –
laat mij daar ergens uit een andersheid
een beeld ontwaren dat mijn ogen dronken.
 
Een fietsend joch. Zijn wapperende jas
over die brug, terwijl ik aan kwam varen.
Hij stapte af, hij lei een schrift in ’t gras,
 
en wat hij schreef zag ik dat verzen waren.
O, dacht ik, o, dat dat mijn zoon ooit was.
Pom pom, zong ik, mijn hart zal dit bewaren.
 
 
 
Contragedicht
 
Credits prentbriefkaart: F.L. Stehmann, Collectie Gelderland
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

In memoriam



Nog altijd groeit de bonte lijst van namen
In marmer en herinnering gekerfd
En brengt de Dood, die nieuwe leden werft,
Ons in en in bedroefd rond groeven samen.

Wij kunnen onze levensduur niet ramen
En zien ons meer omringd met wat men erft
Van vrienden en familie die men derft,
Omdat zij niet hun barre lot ontkwamen.

De Tijd leert onze tranen te verdringen,
Maar blijvend zijn gevoelens van gemis;
De Dood slaat wonden die de Tijd niet heelt.

Wij blijven achter met herinneringen.
Die zijn soms mooi, maar – weet je wat het is?
We hadden ze zo graag met hen gedeeld.