Ach, voor mij geen doornenkroon
hadt ge hoeven dragen, Heer
Zet u liever weer gewoon
bij uw leerlingen terneer

waar van wingerdschaduw koelte
hoedt uw voorhoofd voor de zoelte
van woestijnen
en waar kleine
kinderen zijn om mee te spelen
mocht het leren u vervelen

Kunt ge het niet overdoen?
Uit uw hoge hemelhuis
doodbliksemen dat gespuis
dat u nagelde aan ’t kruis
en weer, wandelend zoals toen
hier en daar een wonder doen?

Hadt ge ’t onverdiende lijden
Heer, niet beter kunnen mijden?
Echt, het had voor ons soort boeven
niet gehoeven
Heer

Had niet, dwarrelend door de eeuwen
’t troostend woord zacht kunnen sneeuwen
evenzeer?

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Wraak voor bekeuring in Utrecht

arm Utrecht, grauwe stad beneden middelmaat
waar een van God verlaten toren staat

een tergend, stervend centrum, bijna doodverklaard
de duivel  loopt er traag een vloekend rondje om de kerk
je blinde schepper kreeg zijn loon op stinkend Galgenwaard

je bent de zweer en bochel van de Heuvelrug
vervuild museum van het lijden van de mensen
vol trieste stumpers die hun tranendal verwensen
zo onbeholpen, moedeloos en stug

een roestig knelpunt voor  verdwaalde sleetse treinen
de reiziger blijft angstig, doch verstandig, steeds aan boord
hij wil beslist niet in jouw stadswoestijn verdwijnen
bevreesd voor enge ziektes en voor moord
die dreigen in de aardse hel van Catharijne


Lees meer over het domsonnet