ik spot vanuit de hoeken van mijn ogen
een achtpoot die een wankel avontuur
begaat op onze wit gesausde muur
ik heb er vroeger heel wat opgezogen

mijn dochters vinden dat onzinnig wreed
‘waarom ben jij nou altijd zo pietluttig
tenslotte zijn die diertjes heel erg nuttig
ze voelen píjn’ zoals ik immers weet

ik onderwerp mij maar en houd me groot
en ga met glas en viltje in de weer
om met degout het griezeltje te vangen

maar buiten, bám!, trap ik ‘m leukweg dood
…welnee…ik wierp hem in de conifeer
en zat mijn nageslacht maar wat te stangen


Het glas-viltje-bámgrapje heb ik geleend van Freek de Jonge

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dagbladkat

dagbladkat

De ochtenden beginnen met papier
waarop het laatste nieuws weer is te lezen
(geen houdbaarheid kan zo kortstondig wezen)
dus heerst kolommen lang de stilte hier.
 
Ik zwijg graag urenlang voor mijn plezier
en ledigheid dient alom hooggeprezen,
toch hecht ik aan de omgangsvorm in dezen:
men leest geen krant in ’t bijzijn van een dier.
 
Ik ben gelukkig niet als hond geboren,
het noodlot viel me goddank niet te beurt
om blaffend bij een meute te behoren
 
ofschoon het mijnerzijds wel wordt betreurd
dat ik nooit mijn beheersing heb verloren:
wat had ik graag zo’n krant een keer verscheurd.