demandie1
 
God schiep de mensen naar zijn evenbeeld,
als man en vrouw met alle toebehoren.
Wie in 't verkeerde lichaam is geboren,
die heeft zich maar te schikken in zijn lot. 
Want wee degeen die met de Schepping speelt!
Je bent al fout met gaatjes in de oren.
Zo zegt de man die 't beter weet dan God.
 
De man, die ons vertelt wat God bedoelt,
die scheurt beslist de bijbel niet aan stukken,
maar om een tekst uit zijn verband te rukken,
da's iets waar hij totaal geen kwaad in ziet.
En als een meisje meer voor meisjes voelt,
weet hij meteen er woorden uit te plukken
waarmee hij deze liefde streng verbiedt.
 
Dat Jezus zei dat je de eerste steen
mag werpen als je vrij zou zijn van zonden,
wordt door die aartsschavuit maar dom gevonden,
daar trekt dit heerschap zich geen bal van aan;
hij smijt met zware rotsen om zich heen,
zodat er doden vallen en gewonden,
terwijl er niet eens zonden zijn begaan.
 
De man die alles beter weet dan God,
die Gods naam ijdel bezigt in zijn beden,
en die zich zwaar bemoeit met onze zeden,
maar naastenliefde voor 't gemak negeert,
hij maakt met zijn geblaat een hoop kapot.
Zo kan hij nooit de hemel binnentreden.
Dus laat ons bidden dat hij zich bekeert.
 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Daar was e wuf die spon

 

 
Daar was e wuf die spon,
Daar was e wuf die spon,
Al op een houten spinnewiel,
Daar zat geen torteltje aan
Vive la peperbusse, vive la spa,
Tra – la – la – la,
Gize – gaze – goeze
Ron – flon – floe – ze,
Tra – de – ra – de – ra

Haar mutse stoeg verdraaid,

Haar mutse stoeg verdraaid
Gelijk een Hollands molentje
Die met al windeke draait
Vive la peperbusse …

Dat wuf had e – nen zin

Dat wuf had e – nen zin
Als zij ’s morgens buiten kroop
’s Avonds kroop zij in
Vive la peperbusse …

Dat wuf had e – nen man

Dat wuf had e – nen man
Des zondags heet hij Pieter
Des maandags heet hij Jan
Vive la peperbusse …

Daar was e wuf die spon. Kinderliedje opnieuw berijmd

Er was er eens een dame die een spinnenwiel bezat
Ze vond het heel niet erg dat het geen torteltje meer had
Ze droeg altijd een hoedje en dat draaide op de wind
Het leek haast wel zo’n molentje dat je in Holland vindt

Ze was een vrolijk typetje en altijd blij van zin
En stapte opgewekt uit bed en ging er zo weer in
Ze had een bijdehante man die kwam haar goed van pas
Des zondags heet hij Arie en op maandag heet hij Bas