De lange dagen van de zomerwende
de zoete nachten vol van maneschijn

De lange damesvinger die mij jende
de liefde was nog nooit zo puur en rein

De mooie ogen van de zo bekende
en zo beminde vrouw, mijn cherubijn

De liefde waaraan ik – een dromer – wende
bleek na een aantal weken puur venijn

Het was of blijheid uit mijn leven rende;
de zoete nachtegalenzang deed pijn

Ik voelde dode vlinders bij mijn lende
zoals gerechten vol van maden zijn

Ik had geloof gehecht aan een legende;
de ware liefde bleek slechts schone schijn

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Overweging op de kattenbak

Overweging
Flickr.com
 
Het stoort hem zeer als ik wat muizen pak
om lekker vers en rauw te kunnen eten
maar haringen gaan vlot langs het geweten
en glijden door zijn keel met speels gemak
 
Je ziet aan schraalheid van zijn schedeldak
en ’t vel dat ooit veel strakker heeft gezeten
dat niet alleen zijn denken is versleten,
zo overwoog ik op de kattenbak
 
Wat is hem in de jaren nog beschoren,
een stem zo kwetsbaar als een eierschaal
die in de alledaagsheid gaat verloren
 
tot luisteren het volgen is van sporen
en heel zijn taal uiteindelijk zo kaal
dat je alleen de spaties nog kunt horen