Niels Blomberg geniet van het vuurwerk in zijn achteruitkijkspiegel


Dactylus-priemgetal
tweeduizendzeventien,
dit wordt een jaar
dat mij nu al bekoort,

want voor het eerst sedert
negentiennegentig
is het een
ollekebollekewoord.

Twee jaartjes wachten nog:
tweeduizendnegentien,
weer zo’n olbol-woord;
dat laat me niet koud.

Dan wordt het wachten tot
tweeduizendzeventig.
Ik word dat jaar
honderdtwaalf jaren oud.

Zou dat nog haalbaar zijn,
tweeduzendtachentig?
Dat wordt toch werkelijk
lastig voor mij.

Zes eeuwen lang is na
tweeduzendnegentig
dubbel-dactylische
rijmpret voorbij.

Hoe is mogelijk!
Zes eeuwen wachten nog!
Ach ik begrijp uw
verbijsterde schreeuw.

Even geduld tot de
zevenentwintigste
en tot de
negenentwintigste eeuw.

Terug naar het heden nu.
Vorig en volgend jaar
hebben iets aardigs
in petto zowaar.

Wij leven thans na het
tweeduizendzestiende
en vóór het
tweeduizendachttiende jaar.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Woningloze



Alleen in zijn gedichten kan hij wonen
Dat valt niet mee
Zijn tent is door de stormwind meegenomen
Dat valt niet mee
Maar wat me nog het meeste trof
Is hoe de dichter Slauerhoff
Hier ‘omen’ volgen liet op ‘onen’
Dat valt niet mee

Een vers dat zomaar rijmt alsof
Dat valt niet mee