De sonnettenkrans


Het sonnet is een gedicht van veertien regels.
Sinds de zestiende eeuw maken dichters sonnettenkransen: de laatste regel van het eerste sonnet is dan de eerste regel van het tweede sonnet, de laatste van het tweede is de eerste van het derde, etcetera.
De laatste regel van het veertiende sonnet is dan weer de eerste regel van het eerste sonnet.
Zo zijn er veertien sonnetten met elkaar verweven.
De laatste regels van die veertien sonnetten vormen samen weer een nieuw sonnet: het meestersonnet.

De sonnettenkransenkrans

Martijn Neggers en Bas Jongenelen kwamen er in november 2015 achter dat er nog nooit iemand een sonnettenkrans van veertien meestersonnetten heeft gemaakt. Ze besloten een literair experiment te starten, met als vraag 'Is het mogelijk om een sonnettenkransenkrans te schrijven?'
Om deze vraag te beantwoorden zijn 14 x 14 = 196 sonnetten nodig.
Veertien sonnettenkransen van ieder veertien sonnetten.
Iedere krans levert één meestersonnet, en samen leveren deze veertien meestersonnetten één grootmeestersonnet (de term 'grootmeestersonnet' is een nieuwe literaire term). De 196 sonnetten zorgen voor 211 sonnetten in totaal.

Aangezien 196 sonnetten een enorme hoeveelheid is, besloten Neggers en Jongenelen hulp te vragen van andere dichters. De sonnettenkransenkrans werd een crowd-sourcing-project. Eind januari 2016 hadden 54 dichters de 196 sonnetten geschreven.
Het was gelukt!
De eerste sonnettenkransenkrans uit de geschiedenis van de wereldliteratuur is gemaakt.
Hij heeft de titel Een kruisweg van alledaags leed meegekregen.

De auteurs

De dichters die eraan meeschreven, zijn: Oscar van Asselt, Hilde van Beek, Mark Boninsegna, Jaap van den Born, Contessa Varsal, Jan Couwenberg, Daniëlle Diemel, Daan Doesborgh, Anneke Dunning, Femke Dunning, Marion Dunning, Arjan van den Ende, Jaap Goedegebuure, Mart van Gompel, Ingeborg Haalboom, Quirien van Haelen, Rosanne Hertzberger, Annemieke Houben, Martin Hulsenboom, Jan de Jong, Bas Jongenelen, Jeroen Kant, Frank Fabian van Keeren, Rutger Kiezebrink, Willem Kloos, Peter Knipmeijer, Renate Kock, Kyra de Kruif, Hannelly Krutwagen, O.B. Kunst, Marino van Liempt, Anne-Marie Maartens, Marco Martens, Meester Alex, Nelleke Moser, J.A. dèr Mouw, Simon Mulder, Martijn Neggers, F.F. Negmeijer, Menno Olde Riekerink Smit, Johan Oosterman, Frank van Pamelen, Jacques Perk, Joost Peters, Lennard van Rij, Harrie van Rooij, Miguel Santos, Wen van der Schaaf, Frank Scheelen, Kris Strybos, Daan Taks, Rudie Verbunt, Benjamin N. Vis, Wout Waanders, Martijn Wijngaards en Hanneke Willemstein.

Maar wat heb je aan gedichten als deze niet gepubliceerd zijn?
Vandaar dat Neggers en Jongenelen besloten om de sonnettenkransenkrans uit te geven als boek en als poster.
Om de 211 sonnetten mooi uit te geven is een boek nodig van ongeveer 250 pagina's: ieder sonnet krijgt zijn eigen pagina, zodat ieder sonnet goed tot zijn recht komt. Bovendien is er een inleiding nodig met uitleg over wat een sonnettenkransenkrans is. Op de poster komen alle sonnetten naast en onder elkaar te staan, zodat in één oogopslag zichtbaar is hoe ingewikkeld de gedichten met elkaar verweven zijn.

Het boek en de poster

Het drukken van het boek en de poster kost geld. Het is logisch dat een project dat via crowd-sourcing ontstaan is, via crowd-funding gefinancierd wordt.
De foto boven is knip-en-plakwerk van de 211 sonnetten. Het geeft een beetje een beeld van hoe de poster eruit komt te zien.
Twee dingen: de poster wordt op A0-formaat, zodat de sonnetten goed leesbaar zijn. En de regels die naar de meestersonnetten en het grootmeestersonnet springen krijgen een kleurtje, zodat je kunt zien hoe de sonnetten met elkaar verweven zijn.

Doneer nu:  https://www.voordekunst.nl/projecten/4154-eerste-sonnettenkransenkrans-ter-wereld-1


Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vreemdeling

Vreemdeling
Pixabay
 
De vreemdeling stond bij het meer te dromen
Zijn ogen op de waterplas gericht
Zijn zucht leek van oneindig ver te komen
 
En heimwee lag gegroefd in zijn gezicht
Daar stond die stille, mooie Aziaat
Te mijmeren als in een zoet gedicht
 
Zijn kleurige, opvallende gewaad
Beroerde zacht de sprietjes in het gras
De zon verdween en langzaam werd het laat
 
Een jonge eend zwom rustig in de plas
De man ontviel een korte, schorre kreet
Hij keek opzij en opende zijn jas
 
En voordat iemand zag wat hij nu deed
Had hij de eend verborgen in zijn kleed